Costa Rica 2007

Dag 1 Vertrek

Om 5 uur loopt de wekker af …eindelijk is het zover. Ik spring in mijn kleren, nog een laatste controle of ik de belangrijkste zaken bij heb en dan op weg naar het station van Kortrijk. Een uurtje later stap ik af in Antwerpen-Berchem. Ik heb daar afgesproken met een aantal anderen van de groep. Karel de reisbegeleider is er al. Een beetje later komen ook Alain, Matthias en Peter aan. Van Karel krijgen we te horen dat er één iemand heeft geannuleerd, het meisje dat niet aanwezig was op de vertrekvergadering. We zijn dus met 11. We wachten nu alleen nog op Ilse, die net op tijd komt aangelopen. Ellen en Christine zitten al op de trein. Na twee uur sporen, rijden we het station Schiphol binnen. Aan de balie van Martinair hebben we afgesproken met de rest van de groep: Ben, Bart & Liliane.

De vlucht verloopt zonder problemen, als je het gehuil van een ‘schattige’ baby niet meerekent. Zelfs de transit in Miami verloopt sneller dan gedacht.

We zijn allemaal blij als we uiteindelijk landen op Costaricaanse bodem. We zijn nu al lang genoeg onderweg. Tijd om de vakantie echt te beginnen. Buiten de luchthaven is het een drukte van jewelste. Overal staan mannen met bordjes te roepen. Wij zoeken naar iemand van ‘Backpackers Costa Rica’. Peter en ik hebben haar vlug gevonden. De rest is ondertussen in de chaos mee met iemand anders van ‘Backpackers Tranquillo’. Uiteindelijk raken we toch allemaal samen en worden we mooi afgezet aan de guesthouse. We beschikken over twee kamers van elk 6 bedden. Om de avond af te sluiten zijn we nog iets gaan drinken in de tuin om tenslotte doodmoe in bed te kruipen.

Dag 2 San José

We zijn vroeg wakker. Voor zeven uur staat iedereen al fris gewassen buiten te wachten tot de keuken open gaat. Als ontbijt is er toast, ei en vruchtensap. We beginnen licht, de rijst en bonen komen nog wel. Na het ontbijt gaan we San José verkennen. In de hoofdstad valt niet zoveel te bezichtigen, maar het is prettig om wat rond te kuieren en de sfeer op te snuiven. We wandelen langs Avenida 2 tot in het centrum. We slenteren door de winkelstraten terug naar Plaza de Cultura. Daar staat de trots van het plein, El Theatro Nacional. Sommigen van de groep gaan het Museo de Oro bezoeken, anderen brengen een bezoekje aan ‘The Art Craft Gallery’ om al ideeën op te doen voor souvenirs. Vervolgens gaan we onze dorst lessen in Nuestra Tierra. Een leuk restaurantje in country stijl, waar we ook hebben afgesproken om te lunchen. Daar hebben we kennis gemaakt met onze eerste frisse Imperial. Als lunch neemt iedereen voor het eerst een casado (rijst met bonen, groenten en een keuze tussen vlees, kip of vis). En het zou deze reis niet de laatste worden.

Na het eten gaan we terug naar de guesthouse ons bagage ophalen om dan de bus te nemen met bestemming Monteverde. In een redelijk comfortabele bus rijden we 5 uur om uiteindelijk tegen de avond aan te komen in Santa Elena. We stappen uit en worden geconfronteerd met een winderig en koud backpackers dorpje. Het is al redelijk laat en iedereen is doodmoe. We hebben reservaties in het Oasis hotel. Het hotel is vrij nieuw en heeft daarom nog goedkope prijzen. Die avond gaan we eten in een pizzeria en het is er eigenlijk vrij duur naar costaricaanse normen. Tegen 11 uur zit iedereen in bed. Het zou namelijk vroeg dag zijn.

Dag 3 Santa-Elena

Om 5.15 gaat de wekker, een onmenselijk uur denk je waarschijnlijk. Maar ik ben eigenlijk al wakker. Heeft blijkbaar te maken met de jetlag. We gaan ontbijten in de bakkerij van het dorp. De enige zaak die al open is. Waarom zijn we nu zo vroeg opgestaan, wel de Freddy komt ons ophalen rond 6.30 voor wat ‘bird spotting’. Het ideale moment om veel vogels te zien, is vroeg in de morgen. En inderdaad, we krijgen ontzettend veel vogels te zien, de een al gekleurder dan de andere. We merken ook verschillende eekhoorntjes op en hoog in de bomen twee luiaards. Dat vertelt de Freddy toch, voor mij ziet het eruit als twee stukken tapijt. De reis is nog lang en ik hoop nog eens luiaards te zien, van iets dichterbij dan. Het hoogtepunt van de morgen zijn de toekans. De kleine Emmerald toekan en de prachtige Keel-billed toekan. Deze twee namen vergeet je niet meer. Tegen de middag loopt de tocht ten einde en zijn we allemaal opgeleid tot volwaardige vogelspotters. Deze vaardigheid zou in de loop van de reis nog zijn nut bewijzen.

We gaan eten in de plaatselijke Soda en het is er zo lekker dat we beslissen deze avond terug te keren. In de late namiddag vertrekken we te voet naar de Mariposario (Butterfly Garden). Daar krijgen we informatie over alle insecten die in Costa Rica voorkomen, allerlei kevers, kakkerlakken, wandelende takken, en een van de gevaarlijkste insecten de vinchuca of kissing bug. Natuurlijk zijn er ook vlinders. In het complex zijn vier klimaat gecontroleerde tuinen aangelegd. Elke tuin vertegenwoordigt een ander deel van Costa Rica. In totaal zijn er meer dan 50 verschillende vlinders aanwezig, waaronder de Blue Morpho. Een grote blauwe vlinder die we nog vaak zullen tegenkomen.

Rond 18.00 is er een avondwandeling voorzien in het Children’s Eternal Rainforest. Alvorens op stap te gaan besluiten we om de eerste fles rum te kraken en wanneer het tijd is om te vertrekken zit de stemming er al goed in. Tijdens de wandeling hebben we opnieuw verschillende vogels gezien (de meeste hebben we wel al gezien met Freddy), een stekelvarken, een tarantula, … Onze gids weet ook veel te vertellen over het behoud van de natuur in Costa Rica.

Na de avondwandeling hebben we allemaal reuze honger en trekken we naar onze favoriete soda. ’s Avond hebben Ben, Bart, Alain en ik nog wat verder zitten genieten op ons terras met een dikke trui en een glaasje costaricaance rum.

Dag 4 Santa-Elena

Vandaag belooft het een avontuurlijke dag te worden. We zouden namelijk de skywalk en de sky trek doen in de nevelwouden van Monteverde. We beginnen de dag met de sky trek. We krijgen allemaal een soort van veiligheidsharnas omgedaan, een helm en handschoenen samen met wat veiligheidsgespen. Na de veiligheidsinstructies beginnen we aan een korte klim naar het eerste plateau. Daar wordt je vastgeklikt aan een stalen kabel, die dwars door de jungle loopt naar een ander platform. De bedoeling is om via de kabel naar het ander platform te vliegen. Je ene hand gebruikt je als rem. De eerste kabel is een korte en is blijkbaar bedoeld om te oefenen. Het volledige traject beslaat 3 kilometers over 11 kabels. De langste kabel is 770 meter lang en de hoogte varieert tussen de 40 en 160 meter. Het volledige traject duurt een kleine drie uur. Na de tweede kabel begin je het wat gewoon te worden en kan je volop genieten van het prachtige uitzicht. Tijdens het traject is ook een stop voorzien voor een ‘verrassing’. Deze verrassing wordt de Tarzan Jump genoemd. De Tarzan Jump bestaat er in om van een hoge toren te springen enkel met een kabel vastgemaakt en door de jungle te slingeren. Ik heb eerlijk gezegd heel wat schrik om het te doen, maar eenmaal je van de toren bent geduwd is het een zaaaalig gevoel.

Ik vind het spijtig als we de 11 kabel hebben afgevlogen. Met al de adrenaline in ons bloed vertrekken we voor de sky walk. Dit is iets minder avontuurlijk dan de sky trek, maar daarom niet minder mooi. De sky walk is een wandeling van 2,5 kilometers door de nevelwouden. Tijdens deze wandeling zijn er 6 bruggen gespannen op een hoogte die varieert tussen 100 en de 300 meter en met een lengte tussen de 15 en de 40 meter.
Na deze wandeling zijn we onze picknick gaan opeten in een tuin waar het vol zit van de kolibries. In de namiddag leggen we nog een wandeling van 4 kilometer af in de mysterieuze nevelwouden. Tijdens de laatste kilometer worden we verrast door een tropische regenbui. Terug in Santa Elena brengen we nog een bezoek aan het ranarium. Hier kunnen we alle kikkers en padden bezichtigen die in Costa Rica voorkomen. Het is een mooie afsluiter van de dag.

Dag 5 Arenal

Opnieuw staan we vroeg op. De eigenaar van het hotelletje nodigt ons uit om bij hem te komen ontbijten … heerlijk. Vandaag vertrekken we naar La Fortuna aan de voet van de actieve vulkaan Arenal. Het belooft een fantastische dag te worden. In twee minibusjes leggen we een hels parcours af, langs kleine wegen, onverhard en vol met putten naar Lago Arenal. Na een aantal uur goed dooreen geschud te zijn, zijn we blij als we het meer zien opdoemen. We steken het meer over richting de vulkaan. Tot onze grote spijt is de volledige vulkaan in de mist verhuld. Volgens de Ticos is dit normaal. En moet je geluk hebben om de vulkaar vrij te kunnen zien. We blijven de volledige tocht turen naar de vulkaan, in de hoop om toch eventjes de top te zien. Na de overkant te hebben bereikt, brengen ze ons met een minibusje naar het stadje La Fortuana, onze nieuwe uitvalsbasis. Hier logeren we in hotel Fortuna. Het is ondertussen middag en het zonnetje schijnt fantastisch. Na de koude en winderige dagen in het nevelwoud is dit een aangename verrassing. We blijven tot 3 uur op het terrasje zitten, genietend van de zon, een Imperial en het vakantiegevoel. We hebben een prachtig uitzicht op de Arenal en beetje bij beetje komt de top vrij, op een rookpluim na.

Om drie uur komen ze ons halen voor een namiddag vulkaanavontuur. We rijden tot aan de voet van de Arenal waar we prachtige foto’s kunnen nemen. Tussendoor doen we nog wat aan vogelspotting, we mogen onze vaardigheden nu niet verleren. We trekken dan het bos in waar een groot bord staat dat wijst op de risico’s bij het bezoek van een actieve vulkaan. We maken een prachtige wandeling en komen plots in een rotsachtig gebied. Alle rotsen zijn grote stukken lava die in de laatste uitbarsting naar beneden zijn gekomen. Hoe dichter we de vulkaan naderen hoe duidelijker we hem ook horen gonzen. Een heel apart gevoel om de vulkaan te horen. Hopelijk hoeven we hem niet te voelen. We blijven terplaatse om een prachtige zonsondergang te zien en rijden daarna naar de andere kant van de vulkaan. Iedere avond kan je namelijk uitbarstingen zien. We hadden weeral geluk dat het niet bewolkt was en zagen de lava naar beneden lopen, … een machtig gevoel en een onvergetelijke ervaring. Om de avond af te sluiten gaan we naar de heetwaterbronnen van Baldi. Een soort zwembadcomplex in open lucht waar 16 verschillende, natuurlijke verwarmde, baden zijn aangelegd elk met een ander temperatuurtje. Er is een bad bij van 47 graden waar ik vlug eventjes mijn been in stak, maar verder lukt niet. Er is er zelf een bij van 67 graden, niet te doen dus. We hebben dan onszelf verwend met een heerlijke cocktail in een warm bad waarin een bar stond. ’s Avond hebben we een rum avondje gehouden. De volgende dag zouden we immers geen zware inspanningen moeten doen. Om 4 uur sluiten we de laatste rum fles en duiken we ons bed in.

Dag 6 Caño Negro

Volgende dag, wat moe, vertrekken we voor een boottocht op een rivier in het Caño Negro park. Het Refugio Nacional de Vida Silvestre Cano Negro ligt vlakbij de grens met Nicaragua. De kern van het park is een meer dat gevoed wordt door een drietal rivieren. In de zomer, de droge periode, schijnt het meer te verdwijnen. Het is beroemd omdat er veel watervogels voorkomen. Op weg naar de rivier stoppen we bij een boom die vol zit van de leguanen, sommige zijn wel een meter lang. We stoppen ook bij suikerrietfabriek.

We maken een prachtige tocht op de rivier door de jungle, het is heel mooi weer en we zien een heleboel dieren:alligators, schildpadden, hagedissen, verschillende prachtige vogels en brulapen of howler monkeys. Apen die als je te dicht komt enorm beginnen te brullen. De howler monkey komt frequent voor in Costa Rica en we zouden ze dan nog vaak horen en zien. We genieten van een heerlijke picknick aan de oevers van de rivier. We varen ook tot de grens met Nicaragua, maar mogen daar niet verder. Er staat zelf prikkeldraad in de jungle om de grens af te bakenen. Terug in de boot merkt iemand op dat we Matthias vergeten zijn. Hij heeft zich blijkbaar eventjes terug getrokken in de bosjes. Toen hij terug tevoorschijn komt, gebaren we hem niet te zien. .. hilariteit alom. ’s Avonds genieten we van een lekkere maaltijd in de plaatselijke soda en deze keer blijven we niet te lang op.

Dag 7 El Tenorio

Opnieuw staan we vroeg op (5 uur), het begint een gewoonte te worden. We hebben zelfs geen tijd om te ontbijten, dit zal onderweg gebeuren. We slepen ons in een busje en proberen wat verder te slapen. In een klein dorpje stoppen we om te ontbijten … natuurlijk rijst met bonen en ei. Na het eten doe ik nog een kort wandelingetje in het dorpje, waar je als attractie wordt bekeken. Onderweg stoppen we aan de vriendschapsboom en zie we ook duidelijk een luiaard in een boom. Het is de bedoeling om vandaag naar Rincon de la Vieja te rijden. Omdat dit redelijk ver is, is er een stop voorzien bij de vulkaan El Tenorio.

Daar aangekomen, worden we opgewacht door een parkwachter. Hij zal ons meenemen op een tochtje door de jungle, we zouden kunnen zwemmen bij een waterval, baden in heetwaterbronnen en een vrij spectaculair natuurfenomeen kunnen bewonderen. Dat klinkt in elk geval veelbelovend. Alvorens te vertrekken moeten we opgeven wat voor casado we willen eten deze middag. Er zijn de gekende keuzes tussen vlees, kip en vis.

Onze tocht begint door een schitterende bloementuin. Het kwik is ondertussen al flink opgeklommen en ik ben blij als we tussen het gebladerte zitten. De gids steekt er een flink tempo in en we zijn opgelucht als hij stil staat om wat uitleg te geven. Na een paar uur wandelen, horen we in de verte het klateren van een waterval. Iedereen kijkt uit naar de verfrissing. Plots komen we bij een idyllisch meertje waar de rivier Rio Celeste naar beneden dondert. Het water is prachtig blauw. De gids vertelt ons dat we naar de overkant moeten waden en dat we moeten oppassen want de stroming is sterk. We trekken onze schoenen uit en tot onze knieën in het water bereiken we al vechten tegen de stroming de overkant.
Als beloning is er wat tijd voorzien om te verfrissen en te genieten van een schitterende omgeving. Bij het zwemmen is het ons aangeraden om geen water in te slikken. Wetenschappers zijn er immers nog niet over uit, of het water al of niet schadelijk is. De intens blauwe kleur van het water heeft te maken met chemische stoffen die uit de vulkaan in het water terecht zijn gekomen. Later op de dag zouden we zelfs zien waar dit juist gebeurt.

Na de verfrissing wandelen we verder. We volgen de rivier verder stroom opwaarts. Onderweg komen we veel warmwaterbronnen tegen. Het is vreemd om het water te zien koken. De stank is ook verschrikkelijk, net rotte eieren. Op een gegeven moment kan je de kleur van de rivier zien veranderen. Op deze plaats komen er vulkanische gassen in de rivier en door een reactie met de mineralen kleurt het water blauw. Op onze terugweg stoppen we aan enkele warmwaterbronnen en genieten we van een wellness ervaring in de open natuur… heerlijk. Als het water wat te warm wordt, kan je door enkele rotsblokken te verleggen de toevloed van koud water regelen.
Op de terugweg steken sommigen van ons er een zwaar tempo in. Uitgeput komen we aan en kunnen we onmiddellijk ons voeten onder tafel schuiven. Ik verorber mijn casado met groot plezier en geniet van verschillende verse vruchtensappen.

We nemen nu verder de bus richting Rincon de la Vieja. In Liberia stoppen we om inkopen te doen. In Rincon de la Vieja zouden we namelijk geen winkels tegenkomen. We doen inkopen om twee dagen te kunnen picknicken. Ben en ik gaan in de plaatselijk Liqoreria onze drankvoorraad verder aanvullen. Ons glaasje rum voor het slapengaan is namelijk al traditie geworden.

Na een vermoeiende busrit komen we ’s avonds laat aan in onze lodge, de Rincon de la Vieja Lodge. Het is stik donker. Na de slaapplaatsen te hebben verdeeld, schuiven we aan tafel in het restaurant. We maken ook plannen voor de volgende morgen.
Het park heeft verschillende watervallen, modderpoelen en als top of de bill een actieve vulkaan. De vulkaan beklimmen is een risicovolle onderneming. Meestal wordt het sterk afgeraden de beklimming te doen, omdat de vulkaan in een dikke mist is verhuld en het ontzettend hard waait op de top, verder zijn er geen mooie paadjes beschikbaar.
Sommigen van ons hebben echt wel zin om de vulkaan te beklimmen, maar we besluiten de volgende morgen af te wachten. Tot nu toe hebben we veel geluk gehad met het weer en we hopen opnieuw op een klein wondertje. Als het mooi weer is, zullen Ben, Ellen, Karel, Alain en ik de tocht ondernemen. We maken onze picknick klaar om de volgende ochtend geen tijd te verliezen en ik kruip vroeg tussen de lakens.

Dag 8 Rincón de la Vieja: Vulkaan

Wanneer de eerste zonnestralen de kamer binnendringen, word ik wakker. Onmiddellijk kijk ik naar buiten. Het ziet er mooi weer uit … zullen we toestemming krijgen om de vulkaan te beklimmen? Ik probeer nog wat wakker te worden op het terras voor onze lodge en ik zie Karel aankomen. De eigenaars van de lodge hebben hem verteld dat het uitstekend weer is en dat we zeker en vast toestemming zouden krijgen van de parkwachters. Meer hoeven we niet te weten. In een record tijd zijn de rugzakken gemaakt, hebben we ontbeten en staan we klaar om te vertrekken.

Het is eerst een uurtje stappen naar de ingang van het nationaal park bij het Santa María Ranger Station. Ben en Ellen steken er meteen een stevig tempo in. In de verte kunnen we de vulkaan zien liggen, de top is volledig vrij. Bij het park aangekomen, moeten we ingang betalen en vraagt de parkwachter wat we zullen doen. We moeten ook onze naam in een register opschrijven en ons pasport tonen. De parkwachter beaamt dat we de vulkaan mogen beklimmen en voegt er aan toe dat we echt geluk hebben met het weer.

Nu zijn we er volledig klaar voor. Voor ons ligt een trekking van 8 kilometer. Waarvan de eerste 6 km stijl zijn, maar doenbaar. De laatste 2 kilometer … tja dat zouden we wel zien als het zover was. Normaal gezien kan je de klim in 4 uur doen. In het beste geval staan we tegen de middag boven. Momenteel bevinden we ons op 600 meter hoogte en we moeten naar 1916 meters … amai dat wordt klimmen.

Bon daar gaan we dan … het is rond 7.30u in de morgen en we zijn helemaal alleen. We beginnen onze eerste kilometers door het regenwoud. Onderweg worden we opgeschrikt door brulapen. We horen en zien een verscheidenheid aan vogels. Opnieuw steken Ben en Ellen het tempo er goed in. Het pad stijgt flink en iedereen is verzonken in gedachten. We zien gaandeweg de natuur zich aanpassen aan de hoogte, we merken drie verschillende zones op. In begin zitten we in een weelderige wildernis, vervolgens komen we in een nevelwoud terecht om tenslotte in een dwergnevelwoud te wandelen. Hier zijn de bomen heel klein en stevig verankerd in de grond. Je hoort de wind ook loeihard waaien. Opeens komen we boven de boomgrens uit. Het waait er enorm hard en het is er heel frisjes. Ik besluit om mijn fleece aan te trekken. We zoeken wat beschutting tussen de rotsen en beginnen al wat krachten op te doen door de eerste keer onze picknick aan te spreken. De kale rotsen van de vulkaan liggen voor ons en we moeten nog een hele weg afleggen. In de verte zien we twee andere mensen de vulkaan beklimmen.

Versterkt door ons boterhammekes vertrekken we opnieuw. We komen aan een bord met twee pijlen. Op de ene is het 2.3 km naar de actieve vulkaan, bij de andere maar 1.8 km. We besluiten de lange weg te nemen, om dan via de kortere weg terug te keren. Een wijs besluit zal later blijken. Het terrein is nu heel rotsachtig en we moeten heel zorgvuldig ons voeten neerzetten. Er is ook niet echt sprake meer van een pad. Iedereen zoekt voor zichzelf de beste weg naar boven. Op sommige stukken is het echt loodrecht omhoog. Met afbrokkelende rotsen, diepe kloven, steile stukken en de harde wind vind ik het toch op momenten erg gevaarlijk. Het wordt er niet beter op. Hoe hoger we komen, hoe meer de wind van zich laat horen en voelen. Enorme rukwinden proberen je omver te blazen … en het is een hele weg naar beneden. Langzaam maar zeker komt de top dichterbij.

Op een gegeven moment komen we op een soort plateau. Links van ons ligt de Von Seebach krater, een niet actieve vulkaan. Het koppel dat we in de verte voor ons zagen is de Von Seebach aan het afdalen. We zijn klaar voor de beklimming. Een ongeveer 700 m lang steile helling vol losliggende rotsblokken. Het is enorm steil. Na elke 10 passen moeten we even op adem komen. Daarbij is het heel gevaarlijk om uit te glijden. De keien rollen naar beneden. Na veel gezwoeg en gezweet komen we boven. Een adembenemend uitzicht is de beloning. We kunnen enorm ver zien, we hebben echt geluk dat het niet bewolkt is. De krater zelf stelt niet zoveel voor. Iedereen is enorm voldaan van de inspanning en het mooie zicht. We beslissen hier de rest van onze picknick te verorberen, het is immers bijna middag. We proberen een groepsfoto te maken en vertellen honderduit over de gevaarlijke toch dat we nu achter de rug hebben. We zijn blij dat we deze weg niet hoeven terug te keren. We hopen alleen dat de andere weg niet erger zal zijn.

De Von Seebach terug afdalen is een hachelijke onderneming, Met uiterste concentratie en soms wat overmoed, dalen we af de een al meer uitschuivend dan de ander. Wanneer we beneden zijn, is de top verhuld in de mist. Geloof het of geloof het niet, maar het geluk ligt bij ons. We zien andere mensen aankomen en vertwijfeld kijken of ze de bemiste top wel willen beklimmen. We hebben nu een aangename wandeling naar de volgende vulkaan. We lopen precies in een maanlandschap. Er is bijna geen vegetatie, hier en daar wat mos of een of ander stug uitziende plant.

Uiteindelijk staan we voor de Rincon de la Vieja. Opnieuw zien we in de verte het koppel de terugtocht ondernemen. Ze lopen op de kam van de vulkaan en het ziet er vrij gevaarlijk uit. Ik heb eerlijk gezegd heel wat schrik om hen na te doen. Het eerste stuk naar boven is niet zo steil en hoewel het een smal pad is met aan beide kanten diepe afgronden, voel ik me hier nog op mijn gemak. Boven gekomen is een klein plateau waar je de krater voor een stuk kan zien. Vandaar loopt een pad van zo’n 500 meter over een uiterst smal pad naar de krater toe. Het pad is maar zo’n halve meter breed. Karel en Ellen zijn de eerste twee die het pad betreden en zonder twijfelen richting krater lopen. Ik zou het mezelf nooit vergeven als ik zou achterblijven en dus met het verstand op nul volg ik Ellen. Ook Alain en Ben volgen.

Het is een heel apart gevoel om zo’n 1900 meter hoog op een smalle richel te lopen. Door mijn uiterste concentratie op het pad, zie ik links en rechts de afgrond, het is alsof deze constant in beweging is. Wanneer ik van de omgeving probeer te genieten moet ik eerst stilstaan en rustig rondkijken, zonder al te veel bewegen. Mijn evenwichtsorgaan ziet er enorm van af blijkbaar Naar het einde toe verbreed het pad en wordt de krater beetje bij beetje zichtbaar. Tot we op een groot plateau komen. Daar staat een waarschuwing voor de giftige gassen en wordt ons aangeraden om niet langer dan 15 minuten te blijven. Maar we zouden van de volle 15 minuten genieten. Het uizicht op de krater is gewoon fenomenaal. De enorme krater is gevuld met een witte substantie. Hier den daar borrelen gassen op, op de wand kan je fluogele stukken zien. Iedereen is er zowaar stil van. Na enkele minuten is iedereen zo enthousiast en uitgelaten. We zijn allemaal trots op onze prestatie en genieten enorm van de voldoening en de prachtige omgeving. De nodige foto’s worden genomen en opnieuw een groepsfoto. Iedereen geniet op zijn eigen manier. Voor mij is dit een van de mooiste stukjes natuur die ik ooit heb mogen aanschouwen. Het feit dat deze krater zelden wordt beklommen vanwege het slecht weer, maakt het nog extra speciaal. Als de 15 minuten om zijn, nemen we met spijt in het hart afscheid van deze vulkaan. De terugtocht over de smalle richel is als het ware een makkie geworden.

Terug aan de voet van de Ricon met links van ons de Von Seebach, ondernemen we de 4 uur durende afdaling. We zien in de verte verschillende mensen ook afdalen, wat wel raar is om dat we niemand op de top gezien hebben. Dus niet iedereen bereikt de top. De afdaling is minder plezant dan de beklimming. Vooral mijn knieën hebben het lastig. Een groot stuk van de afdaling is door korte stugge struiken. Voortdurend draaien en keren om een mooi pad te vinden. Op gegeven momenten moeten we met touwen afdalen. En dan zijn we blij dat we deze weg niet hebben gekozen om de beklimming te doen. Wanneer we terug aan de boomgrens zijn, ligt er nog 6 kilometer voor ons. Ik begin het wat lastig te krijgen, de benen zijn vermoeid en ik vind het ook niet prettig dezelfde weg terug te keren. Ook Ben en Ellen denken er zo over want ze beslissen in een record tempo naar beneden te gaan. Ik beslis hen te volgen zolang ik kan. Het wordt een helse tocht naar beneden, op sommige momenten wordt er zelf gelopen, omdat dit minder lastig is dan je constant tegen te houden. Na 6 kilometer staan we benenden en zijn we alle drie stik kappot. We komen een bordje tegen met waterval op 500 meter en besluiten dit nog te volgen in plaats van naar de lodge te gaan. Het pad is eigenlijk een grote trap naar beneden. Bij de waterval crashen we neer. Geen goed idee want we raken bijna niet meer recht. Wanneer we de trap bijna letterlijk omhoog kruipen, kijken enkele toeristen ons vreemd aan, niet beseffend dat we reeds 1000m gestegen en gedaald hebben. Wanneer we het park uit zijn, moeten we nog een uur naar de lodge lopen. Dit is echt afzien. Gelukkig voor ons stopt het koppel dat we een paar keer zijn tegengekomen met de wagen en bieden ze ons een lift aan …. zaaalig.
In de lodge aangekomen springen we in het zwembad en genieten van een frisse Imperial.
Na een tijdje komt ook de rest van de groep aan, zij zijn de watervallen gaan bezoeken. Na het avondeten worden de rum flessen gekraakt en wordt er geklonken op een fantastische dag.

Dag 9 Rincón de la Vieja: Waterval

De morgen is voor mij iets minder fantastisch. De spierpijn valt wel mee, maar blijkbaar gisteren iets te veel gedronken. In de late namiddag zouden we vertrekken naar onze volgende bestemming Tamarindo. We hebben dus nog bijna een volledige dag. Iedereen die gisteren de vulkaan heeft beklommen beslist om nu de watervallen te doen en eventueel de modderpoelen. Matthias en Peter zouden met ons meegaan. De rest zou een rustige dag bij de lodge doorbrengen.

De tocht naar de watervallen is enorm zwaar. Eerst en vooral zit de vulkaantocht van gisteren nog in mijn benen, daarbij komt nog de hoofdpijn en het is ontzettend warm vandaag. We lopen bijna niet tussen het gebladerte en zon schijn genadeloos op ons neer. Ik ben blijkbaar niet de enige die last heeft van de rum, ook Ben voelt zich niet 100%. Voor mij is het echt afzien, ik ben blij als we uiteindelijk bij de waterval komen. Ik probeer eerst wat uit te rusten op een koele steen, maar na aandringen van de rest neem ik ook een verfrissende duik. Verfrissend is wel een understatement, het water is ijskoud. Maar het doet me wel deugd. Na wat te hebben gezwommen keren we terug om de tweede waterval te gaan bezoeken. We moeten eerste een heel stuk terug, opnieuw zonder beschutting tegen de zon. Het is echt verschrikkelijk warm, gelukkig is de hoofdpijn over. Wanneer we op het punt komen waar de ene weg naar de waterval leidt en de andere terug naar de lodge, beslissen we om te picknicken. Ellen, Peter en ik zien het niet meer zitten om tweede waterval te bekijken en keren terug. Karel, Ben, Alain en Matthias gaan verder. Op een rustig tempo keren we terug. We lopen in het woud en dit maak het veel aangenamer. Onderweg zien we wat aapjes, een neusbeertje en een agouti.

Bij de ingang van het park aangekomen slaan we de weg in naar Las Pailas. Dit is een gebied van 50 hectare met vulkanische activiteit, vooral warmwaterbronnen, stoomgeisers en vulkanische modderpoelen. Na een paar kilometer te hebben gewandeld en verschillende modderpoelen te hebben gezien, zijn we alle drie stik kappot. Ons water is op, de zon blijft bakken, de vulkanische gassen benemen ons de adem. We besluiten terug te keren en strompelen als het ware terug naar de ingang van het park. Een aantal meter verder is er een klein winkeltje en we hopen dat het open is om iets verfrissends te kunnen kopen. En we hebben geluk. Daarna moeten nog een uur terugwandelen naar de lodge. Halfdood komen we aan in de lodge, we slepen ons naar het zwembad en daarna liggen we uitgeteld in de ligzetels tot de rest terugkomt.

We maken onze rugzak en met een busje rijden we richting de Stille Oceaan, naar Tamarindo onze nieuwe bestemming. De tocht is verschrikkelijk stoffig. Op bepaalde momenten zie je geen steek. De chauffeur blijkt ook niet goed de weg te weten, maar na drie uur rijden, komen we toch aan in het dorpje. We verblijven in Cabinas Zullymar. Dit is een redelijk chic complex die ook wat cabinas verhuren. Na het eten trekken we naar de plaatselijke Reggae bar om een stevig feestje te bouwen. Samen met Ilse, Ben, Peter en Matthias sluiten we de bar. Morgen is er toch een rustdag voorzien.

Dag 10 Tamarindo

Dit is de eerste keer dat ik kan uitslapen. Ik profiteer er dan ook van. Op ’t gemak gaan ontbijten, wat rondslenteren in het dorpje en tenslotte wat luieren op het strand. Zo’n rustdag kan wel deugd doen. ’s Avonds gaan we aperitieven op het strand. We genieten van een prachtige zonondergang. Daarna gaan we eten in een afgelegen restaurantje aan het strand. De meeste van ons nemen een of andere ‘pescado a la plancha’ en we laten het ons smaken. Met enkelen trekken we nog naar een andere reggae bar, maar we maken het deze keer niet te heel laat.

Dag 11 Tamarindo – San José

Vandaag staat er niet veel op het programma. We kunnen terug uitslapen en ik zoek voor het ontbijt een zaak op waar ze heel lekkere koffie zouden serveren. Ik ben heel benieuwd, want de gemiddelde Costaricaan drinkt flauwe koffie. De koffie is overheerlijk en ik geniet op het terras van het straatleven in Tamarindo. Daarna ga ik mijn was ophalen bij een vriendelijke vrouw. Na 10 dagen is dit een hele zak vol. ’s Middags gaan we met zijn allen lekker op zijn Amerikaans naar the Subway om tenslotte met de bus naar San José te rijden.

Het is een lange trip, het is snikheet in de bus en om de tijd door te komen probeer ik wat te slapen. In San José verblijven we deze keer in Backpackers Tranquillo. We gaan eten in een leuk en stijlvol restaurant, Cafe Mundo. Een aanrader! Terug in de backpackers is het een drukste van jewelste. Overal lopen mensen rond, spelen muziek, of liggen te slapen. Het is er echt overvol. Sommigen van de groep vinden dit niet zo plezant, anderen daarentegen weer wel. Ik vind het een gezellige drukte. Samen met Ilse en Alain kaarten we tot diep in de nacht, terwijl naast ons een groepje uit volle borst zit te zingen begeleid door een gitaar. Er zullen er een paar niet kunnen slapen denk ik :-)

Dag 12 Rara Avis

Ik zit nog maar twee uur in bed of ik moet er al terug uit. Het is belangrijk dat we de eerste bus richting las Horquetas kunnen nemen, anders missen we ons vervoer naar Rara Avis. Met een viertal taxi´s gaan we naar het busstation. Daar hebben we wat tijd om te ontbijten alvorens de bus op te stappen. Ik moet direct terug in slaap zijn gevallen want het volgende moment moet ik uistappen ergens in de middle of nowhere. We moeten enkele honderden meters wandelen totdat we bij een huisje komen waar het Rara Avis avontuur gaat beginnen.

Daar krijgen we rubberen laarzen die we goed zouden kunnen gebruiken. Alle rugzaken worden in vuilniszakken verpakt en in een soort van jeep/bus gestapeld. Wij moeten daar ook nog bij. De bedoeling is om tot Plastico te rijden en daar zou een tractor met een kar ons opwachten om de laatste 3 kilometer af te leggen. Halverwege krijgt ons voortuig een klapband zodat we te voet naar El Plastico moeten. Daar wachten we op de tractor die ons verder zou brengen. De rit op de tractor is iets apart. De weg die de tractor moet volgens is steil vol met grote rotsen, putten en boomstronken. Op sommige momenten is het zo steil dat het net is of de tractor rechtstaat. We worden flink dooreen geschud en de meeste van ons vinden het dan ook een goed voorstel om de laatste kilometer te voet af te leggen.


Met onze vertraging door de klapband komen we pas in de namiddag aan in het Rara Avis gebied. Rara Avis is een project dat is gestart in 1983 met de bedoeling aan te tonen dat het mogelijk is om regenwoud economisch rendabel te maken en terzelfder tijd het regenwoud te beschermen. Tal van vrijwilligers bieden toeristen een onvergetelijke en ecologische ervaring is het regenwoud. Rara Avis is een natuurgebied volledig geïsoleerd van de moderne beschaving en ligt diep in het woud. Er is geen elektriciteit, buiten een generator voor de keuken, en er is een eigen watervoorzieningsysteem, dat water uit de rivier naar de verschillende lodges brengt. Hier zouden we de volgende dagen doorbrengen.

We mochten onmiddellijk aan tafel aanschuiven voor een heerlijke maaltijd. Daarna kregen we wat uitleg over het project, over de regels en over de slaapplaatsen. De volledige Joker groep zou in de Waterfall lodge verblijven. Een prachtig lodge volledig in hout opgetrokken. De verlichting bestaat uit enkele olielampen. Op het eerste verdiep is een soort van terrasje met een prachtig uitzicht over het regenwoud. Een ideale plaats om weg te zitten dromen. Maar dat zal later moeten gebeuren. We moeten immers ons laarzen aantrekken voor een introductiewandeling met Anna. Het zou een korte wandeling worden omdat het intussen vrij laat is geworden. Anna is een Amerikaanse vrijwilligster dat haar laatste jaar biologie volgt. Anna zou na het behalen van haar diploma als wetenschapster werken in Rara Avis. Ze weet ons veel over de natuur te vertellen. Ze laat ons kennismaken met vleermuizen die zich verschuilen onder het gebladerte en allerlei planten en insecten, waaronder de bullet ant. De bullet ant is de grootste mier dat ik ooit heb gezien. Blijkbaar is steek van de mier zo pijnlijk dat het is alsof je door een kogel bent geraakt. De pijn zou 24 uur aanhouden. We maken wijselijk een mooie boog rond de kolonie bullet ants. Op onze terugweg worden we er aan herinnerd in een regenwoud rond te lopen, want we komen terecht in een tropische bui. We stoppen tenslotte nog eens bij de waterval die dicht bij de lodge ligt om ons vervolgens te gaan opfrissen voor het avondeten. Een aparte ervaring om met een olielamp in de douche te kruipen. Na het avondeten keuvelen we nog wat na met de vrijwilligers en delen we broederlijk onze flessen rum. Eenmaal in bed val ik als een blok in slaap met om de achtergrond de nachtelijke jungle geluiden.

Dag 13 Rara Avis

’s Morgens zit iedereen aan tafel als de bel heeft geluid. Rara Avis staat er prat op om allemaal gezamenlijk te eten in familie stijl. Er staan voor de voormiddag verschillende wandelingen op het programma. De meeste van ons kiezen voor de wandeling met Josua, eentje van een gemiddelde moeilijkheidsgraad. Onderweg heeft Josua ons veel informatie over de fauna en flora in Costa Rica. We weten nu dat er bomen zijn die in het bos rondwandelen, namelijk de walking palm. Dit is palm waarvan de wortels boven de grond uitsteken. De palm groeit nieuw wortels aan in de richting waar het meeste licht is en de wortels aan de andere kant sterven af. Door zijn wortels steeds opnieuw te verplaatsen wandelt de palm door het woud. We kunnen nu ook heel goed onze laarzen gebruiken. We wandelen door riviertjes en modderpoelen en op een gegeven moment komen we aan de ‘Men eating mud hole’. Een modderpoel waarin je langzaam wegzinkt. En inderdaad een verkeerde beweging en je hebt enorm veel moeite om je been terug uit de modder te trekken. We leren ook hoe je berichten kunt achterlaten in het woud. Als je in het blad van een bepaalde boom een berichtje kerft, komt dit na een tijdje zichtbaar. De kervingen worden namelijk rood. Ons eindpunt is een panoramisch zicht met in de verte een grote waterval. De waterval stort in gebied in de diepte waar volgens Joshua nog geen mens een voet heeft gezet. Op onze terug weg gaan we eerst nog naar een kleinere waterval waar we een verfrissing kunnen nemen.

Tegen de middag zijn we terug bij de lodge en kunnen we weer genieten van een heerlijke maaltijd. Het is ongelooflijk hoeveel honger je krijgt van het wandelen. In de namiddag is een andere wandeling voorzien. Ik heb nog wel zin om wat rond te dwalen in het regenwoud. Verschillende andere houden het liever rustig en blijven in de lodge om dan naar de waterval te gaan. Maar de ‘die hards’ onder ons maken dus nog een wandeling met Josua. We komen onderweg verschillende kikkers tegen en een papegaai. Josua toont ons ook welke lianen kunnen worden gebruikt om tarzan te spelen. Matthias is de enige die de lianen ook daadwerkelijk uitprobeert. We worden ook gewezen op de sporen van een tapir. We hopen ook de tapir tegen te komen, maar zoveel geluk hebben we niet. Op onze terug weg komen we ook een hele troep neusbeertje tegen. Die absoluut niet schichtig zijn.

Op het terras van onze lodge spelen we met de kaarten totdat het tijd is voor het avondeten. We spelen rond een boomstronk dat dienst doet als tafel. Waneer het donker begint te worden halen we de olielampen boven. Het is heel gezellig … totdat … Opeens gilt er iemand dat er ‘beesten’ op haar benen zitten. Nu ja in het regenwoud is het wel mogelijk dat je hier en daar wat insecten tegenkomt. Maar blijkbaar hebben anderen er ook last van. Als we onder tafel schijnen om de ‘beesten’ te zien, schrikken we ons allemaal dood. Het krioelt van de termieten onder tafel. En iedere seconde komen er honderden termieten meer vanonder de tafel uit gekropen. We zitten dus eigenlijk gezellig te kaarten in een termietennest. Iedereen springt op en het is gedaan met kaarten. Eenmaal aan tafel vertelt Bart dat er termieten in zijn kamer zitten en hij is ervan overtuigt dat de koningin van het termieten leger in zijn kamer haar nest heeft. Na het avondeten gaan we nog op pad voor een nachtwandeling, op zoek naar kikkers en insecten.

Dag 14 Rara Avis – Sarapiqui

Dit is onze laatste dag in Rara Avis. Na het middageten zouden we terugkeren naar de bewoonde wereld. De dappersten onder ons vertrekken na het ontbijt voor een laatste wandeling in de Rara Avis regio. Het zou een enorm zware wandeling worden. Onderweg komen we een spin tegen die wordt gekweekt voor zijn spinnenrag. Blijkbaar is het enorm sterk en wordt er mee geëxperimenteerd om te gebruiken als hechtingsdraad of om te gebruik in militaire toepassingen als kogelvrije vesten. Vroeger had Rara Avis ook een spinnenboerderij waar deze spinnen werden gemolken.

Na een paar uur te hebben gewandeld, springt Ellen plots verschrikt achteruit. Ze had op iets getrapt en dacht dat het een of ander stuk vel was, ze had het nog een gecontroleerd door met haar voet er tegen te duwen en blijkbaar was het een slang. Josua wordt erbij gehaald en met een verschrikt gezicht vertelt hij ons dat het eenFer-de-lance is. De meest giftige slang uit Latijns-Amerika. De slang kan met één beet 105 mg gif inspuiten en de dodelijke dosis voor een mens is 50g. Iedereen staat er wat verdwaasd bij. Er waren immers al drie mensen over de slang gestapt en dus één iemand erop. Het is een wonder dat er niemand is aangevallen. Als iemand zou zijn gebeten, zou het bijna zeker een fatale afloop hebben. Eerst een uur terug lopen naar de lodge en dan wachten op een helikopter uit San José … dit zou veel te lang duren. Gelukkig is iedereen ongedeerd. Met een weide boog, wandelen we rond de slang. Terug aangekomen in de lodge hebben we heel wat te vertellen. We controleren ook nog eens in een boek of het wel de Fer-de-lance is die ons pad heeft gekruist. Er is geen twijfel mogelijk.

Na het middag eten nemen we afscheid van Anna en Josua en wacht de tractor ons opnieuw op. Na een tocht van een paar uur komen we terug aan in de bewoonde wereld. Een busje brengt ons naar Puerto Viejo de Sarapiqui.

Sarapiqui is een stadje waar je geen toeristen ziet. Er is ook niets te zien. Ik vind het wel een van de leukste bestemmingen, omdat je hier in contact komt met het echte Costaricaanse leven, ver weg van alle toerisme. We verkennen vlug het stadje en wandelen naar de aanlegplaats van de boten. Hier zouden we morgen de boot nemen naar Tortuguero. We stranden uiteindelijk in een locale pub, waar we samen met locals een paar pintjes drinken. Ik vind het een zalig moment. We blijven ook tot in de vroege uurtjes op de terras voor onze cabina zitten. Morgen zouden we immers bijna de volledige dag op de boot zitten en zouden we tijd genoeg hebben voor onze slaap in te halen.

Dag 15 Boottocht naar Tortuguero

We ontbijten allemaal in de plaatselijke bakkerij van Sarapiqui, alvorens we naar de boot wandelen. Het is nog vroeg in de morgen, maar toch is het al heet. Het belooft een broeierige dag te worden. De boot is echt heel ruim voor ons kleine groepje … zoveel te beter dan hebben we wat plaats om terug wat slaap in te halen. De eindbestemming is Tortuguero. Tortuguero is een nationaal park dat alleen bereikbaar is met de boot of met een vliegtuig. Tortuguero is beroemd omdat elke jaar honderden groene zeeschildpadden aan land komen om hun eieren te leggen. Jammer voor ons is het legseizoen tussen juli en september.

Het wordt een rustig boottochtje. We genieten van de mooie natuur die langzaam voorbij schuift. We zien tal van watervogels, brulapen, en krokodillen. De sfeer is heel ontspannen. Hier en daar slaapt er iemand, wordt een boek gelezen of zit men in gedachten verzonken. Op een gegeven moment bevaren we Nicaraguaanse wateren. De rivier die we volgen naar Tortuguero is namelijk de natuurlijke grens tussen Costa Rica en Nicaragua. We moeten uitstappen op een controle post en enkele soldaten wachten ons op. We mogen geen foto’s maken van hen. Een voor een wordt ons pasport gecontroleerd. Een van de soldaten opent een paar kokosnoten en laat ons de kokosmelk opdrinken. Na ons kort bezoekje aan Nicaragua wordt onze boottocht verder gezet. Je kan merken dat we in het droogseizoen zijn, want hele stukken van de rivier staan droog. Gelukkig is er nog genoeg diepgang op bepaalde plaatsen zodat we zonder problemen door kunnen varen.

In de late namiddag beginnen we terug tekenen te zien van de bewoonde wereld. De rivier wordt wat drukker bevaren en in de verte zien we wat huisjes staan. We varen er recht op af, richting Tortuguero. Tortuguero is een klein dorpje dat vooral leeft van toerisme. Je ziet er grote troepen Amerikaanse toeristen, die waarschijnlijk per vliegtuig zijn gekomen. Het dorpje zelf heeft ontzettend veel charme. Er zijn enkel kleine straatjes zodat er in heel Tortuguero geen enkele auto is te bespeuren. Aan de ene kant van het dorp heb je de rivier en de mangroven aan de andere kant de Caribische Oceaan. Na vorige week de Pacific te hebben gezien staan we nu oog in oog met de Caribic. We nemen een plons in het zeewater en duiken in de hoge golven. Het strand zelf is pikzwart. Het is de eerste keer voor mij dat ik een zwart strand zie. Na onze duik gaan we nog wat kuieren door het kleine dorpje om vervolgens terug naar onze lodge te keren waar ons avondmaal staat te wachten. We logeren in ‘Cabinas Tortuguero’ bij een hele vriendelijke gastvrouw. De kok en zijn vrouw maken een heerlijke maaltijd klaar. Na het eten zit ik samen met Alain en Bart wat te praten met de kok. We hebben een fijne avond. Wanneer we gaan slapen besluiten we om nog eens te gaan kijken naar de plaatselijke discotheek. Op onze terugweg komen we een Reggae dude tegen die enorm veel te vertellen heeft. We staan wat gezellig te kletsen totdat we toch doodmoe ons bed in sukkelen.

Dag 16 Tortuguero

Voor de verandering staan we nog eens vroeg op. We gaan namelijk de mangroves verkennen en het beste moment om veel dieren te zien, ja je raadt het al, dat is vroeg in de morgen. We worden opgesplitst in twee kano’s en per kano wordt iemand een roespaan in de handen gedrukt. Het is enorm vreedzaam om zo vroeg in de morgen stilletjes over het water te glijden. Met alleen de oerwoudgeluiden om ons heen, kruisen we leguanen en kaaimannen. We zien opnieuw verschillende vogels, reigers, toekans, ijsvogels, … We zien ook enkele reuzenotters sierlijk door het water bewegen. Onze gidsen leiden ons door kleine kanaaltjes en weten enorm veel te vertellen. Zo is er een boom en als je daar met de roeispaan op de stam slaat dan gonst er een enorm geluid dat ver te horen is. Op deze manier werd vroeger door de indianen gecommuniceerd. Wanneer we in de late namiddag terug in Tortuguero zijn, zit onze tijd er helaas op. We hebben maar een nacht kunnen boeken en nemen met spijt in het hart afscheid van dit vreedzame dorpje. We vliegen opnieuw de boot op richting Moins. Daar rijden we in een veel te klein busje via Limon naar Cahuita.

Cahuita is een creools kustdorpje met een typisch Caribische sfeer. De atmosfeer is laid back en ideaal als je houdt van Rasta’s en Reggae. De inwoners van Cahuita bestaat grotendeels uit afstammelingen va Jamaicanen die aan het eind van de vorige eeuw naar Costa Rica kwamen om te helpen met de spoorlijn of op de bananenplantages. Na een korte verkenning van het dorpje komen we terecht in een gezellige bar. Na het eten blijven we nog wat napraten in de hangmatten van onze guesthouse, Atlantic Surf Cabinas.

Dag 17 Cahuita

Vandaag staat het nationaal park van Cahuita op het programma. Na een uitgebreid ontbijt, enorme pancakes met fruit en een grote vruchtenshake, trekken we naar de ingang van het park. Je mag zelf kiezen hoeveel ingang je betaalt. Het park is een ‘Coastal Rainforest’, het regenwoud ligt namelijk naast de kustlijn. Iedereen heeft zo zijn eigen tempo en al vlug is de groep opgesplitst in verschillende kleinere groepjes. Ik besluit om het vandaag op het gemak te doen en volop te genieten van de natuur. We komen opnieuw brulapen tegen, waarschijnlijk deze die ons vanmorgen vroeg hebben wakker gemaakt. Het zit ook vol van grote blauwe krabben, die als je dichter komt vliegensvlug verdwijnen in hun hol. Karel ontdekt een luiaard in de bomen. Die we deze keer heel duidelijk zien. En opeens breken de hemelsluizen open. We krijgen opnieuw een tropische regenbui op ons dak. En deze keer ziet het er niet naar uit dat het vlug zou ophouden. We zijn nog maar net onderweg, maar we geven niet op en trotseren de bui. Gelukkig heb ik mijn sandalen aan, want op sommige momenten komt het water tot aan mijn enkels. We zien geen dieren meer, buiten een paar grote spinnen. Tegen de middag komen we aan het einde van het pad. Daar besluiten we te picknicken. Het is bijna opgehouden met regenen en we nemen met zijn allen een duik in het warme water. Na een tijdje komt de zon erdoor en krijgen we een schitterende namiddag. We zwemmen wat, houden een moddergevecht, en genieten van de prachtige omgeving, voor ons mooie stranden en achter ons de beschutting van het regenwoud.

Op de terugweg blijven Ellen, Karel en ik in de achterhoede. En we hebben geluk, we zien in een boom een miereneter naar beneden komen en vervolgens zien we een luiaard van de ene tak naar de andere kruipen. Het is echt heel vreemd hoe die luiaard zich beweegt. We blijven een hele poos kijken, en zijn blij om zo’n dichte kennismaking met een luiaard te hebben meegemaakt. Een ander grappig zicht waren een honderdtal witte vogeltjes die op het strand met de vloedlijn meelopen. Wanneer het water terugtrekt lopen ze allemaal mee en wanneer het water terugkomt, vluchten ze snel achteruit. Best wel leuk om te zien. En het houdt niet op, bij Punta Cahuita zien we plots enkele kapucijnenaapjes opduiken. Hoe langer we kijken, hoe meer er tevoorschijn komen. Het zijn er tientallen. De een al wat brutaler dan de ander. Twee aapjes zitten met elkaar te spelen en lopen achter elkaar. Ze komen onze richting uitgelopen en lopen vlak langs ons. Een beetje verder zijn ze speels aan het vechten. We blijven een hele poos kijken naar de ravottende aapjes.

Na het eten gaan we naar een disco waarop volop reggae wordt gedraaid. Er is niet echt veel volk, maar we beginnen toch te dansen. Na een tijdje raakt de dansvloer toch nog vol. We blijven tot de zaak sluit en trekken vervolgens naar de hangmatten op het terras van onze cabinas om een laatste drankje te drinken. Alain die al een tijdje was gaan slapen, besluit ons nog te vergezellen voor een laatste pintje. Moe maar tevreden kruipen we tenslotte in bed.

Dag 18 Puerto Viejo de Talamanca

Vandaag gaan we naar onze derde bestemming aan de Caribische kust. We staan op het gemak op, gaan opnieuw uitgebreid gaan ontbijten en maken ons vervolgens klaar om de bus naar Puerto Viejo de Talamanca te nemen. Het is niet zo ver rijden en komen in de late voormiddag aan. We verblijven in Cabinas Case Verde.
Het is slecht weer vandaag en in de namiddag verkennen we het surfers dorpje. We doen wat souvenirs shops, gaan wat eten en kuieren gewoon wat rond. Verschillende onder ons kopen een hangmat. Na het eten zoeken we een feestje op. We komen eerst terecht in een bar aan het strand, Jonny’s Place. Hier valt echter niet veel te beleven. Ik ben dan ook van plan om in bed te kruipen totdat we bij het terugkeren aan de Baba Yaga bar voorbijkomen. Daar is het plots enorm druk geworden. Blijkbaar is het een Ladies Night en zijn er dus voor de vrouwen gratis Cocktails. De muziek is enorm goed en iedereen gaat eens flink uit de bol. Als we om 4u richting Case Verde strompelen, ben ik blij als ik mijn bed zie.

Dag 19 Puerto Viejo de Talamanca

De helft van de groep zou vandaag een indianen reservaat bezoeken. Ben en ik zouden de bus naar Panama nemen, de rest zou aan het zwembad blijven liggen. De groep van de indianen zijn daadwerkelijk vroeg opgestaan. Ben en ik daarentegen liggen om 10 uur nog in ons bed. Het zal geen Panama worden vandaag. Met een niet al te frisse kop, probeer ik wakker te worden aan het zwembad. Het zou echt een dagje worden van niets doen. Vlug eens het dorpje binnenlopen om wat te eten zoeken en dan terug naar het zwembad. De namiddag is vooral besteed aan zwemmen, lezen, mijn nadorst onder controle te krijgen en wat te kaarten. ’s Avonds gaan we in El Dorado eten en samen met Matthias en Karel ga ik nog naar een pub waar reggae optreden plaatsvinden. We maken het niet te heel laat en bij aankomt aan de cabinas besluiten Matthias en ik nog een duik in het zwembad te nemen.

Dag 20 San José

De vakantie zit er zo goed als op. Vandaag rijden we terug naar San José. We ontbijten op het gemak, doen nog een laatste wandeling in het dorp en gaan dan naar het busstation. Er staat een lange trip voor de boeg. We komen in de late namiddag aan in San José. We verblijven terug in Backpackers Costa Rica. Backpackers Tranquillo is sommigen van ons niet goed bevallen . We hebben nog wat tijd om San José in te trekken en eventueel de laatste souvenirs te kopen. We zouden terug gaan eten in Nuestra Tierra recht tegenover Plaza de Democracia.

Wanneer we Plaza de Democracia bereiken merken we ongelofelijk veel volk op. Op het plein is er een podium opgesteld, overal hangen spandoeken en worden pamfletten uitgedeeld. Blijkbaar zijn we in een studentenbijeenkomst terechtgekomen. De leuze die de studenten scanderen is ‘No! No! No al TLC’. Na wat informatie te hebben verzameld bij de Ticos en de verschillende pamfletten wordt het ons duidelijk waarvoor de bijeenkomst is. TLC staat voor Tratado de Libre Commercio, vrij vertaald een vrijhandelsverdrag. Dit verdrag heeft tot doel handelsbelemmeringen tussen Costa Rica en de VS weg te nemen. Noord-Amerikaanse exporteurs zullen makkelijker toegang krijgen tot de Costaricaanse markt en omgekeerd. De enige voorwaarde dat de VS daarbij stelt is dat de verzekeringmarkt, de telefonie en energiesector, die nu nog staatsondernemingen zijn, worden opengesteld voor de concurrentie. Dit is voor veel Costaricanen onverteerbaar omdat ze vrezen dat dit het definitieve afscheid is van het land waarmee ze zich identificeren. Instanties als de INS (nationaal verzekeringsinstituut), de AyA (water en riolering) en de ICE (elektriciteit en telefonie) hebben in de jaren 50 Costa Rica opgebouwd. Zullen zij ooit de concurrentie aankunnen met Amerikaanse bedrijven?

We blijven een hele tijd tussen de studenten hangen, luisteren naar een aantal Costaricaanse bands, drinken een paar Imperials (waarschijnlijke onze laatste) en genieten gewoon van onze laatste avond op Costaricaanse bodem.

Dag 21 Terug naar België

Rond de middag moeten we richting luchthaven. De meeste van ons lopen nog eens het stad in. Ik ga nog eventjes op zoek naar een Costaricaanse vlag en keer dan terug naar het hostel. In de hangmat van de tuin breng ik het laatste uur door. Een koppeltje uit Nederland komt erbij zitten. Zij zijn juist aangekomen en hebben verschillende vragen. Zij mogen nog beginnen met hun vakantie, voor mij is het afgelopen.

In de luchthaven verloopt alles normaal. We gaan nog eventjes de veel te dure giftshops binnen. Ditmaal moeten we overstappen in Orlando. Bart heeft wat problemen bij de douane. Hij heeft zijn formulieren niet ingevuld en moet terug achteraan aanschuiven, los daarvan verloopt alles vlotjes.

Zaterdagmorgen komen we aan in Schiphol. Het einde van een hele mooie vakantie.